Vliegtijd & gedrag
Half mei-begin oktober in één langgerekte generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Volgeling
Rups: augustus-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich in de grond.

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Noord-Afrika (Marokko tot Libië), Europa (noordelijk tot Schotland, West-Noorwegen, Zuid-Zweden, Zuid-Finland, Estland) en Voor-Azië (oostelijk tot Iran). In West-Canada plm 1980 geïmporteerd bij Vancouver (Neil 1984) en uitgebreid tot Seattle en Washington USA (Troubridge, Fitzpatrick & Lafontaine 1992).
Benaming
- Engelse naam Lesser Yellow Underwing
- Duitse naam Breitflügelige Bandeule
-
Franse naam
la Suivante
la Hulotte -
Synoniemen
Agrotis comes
Triphaena comes
Triphaena adsequa
Triphaena prosequa
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Volgeling is reeds lang in gebruik in tuinbouwkringen. Zie bij 'toelichting wetenschappelijke naam'. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Noctua: noctus, noctu is de nacht, 's nachts. Noctua is ook een uilensoort met kleine oortjes en gewijd aan Minerva. Of Linnaeus aan deze vogel dacht toen hij de naam gaf is onbekend; opvolgers legden wel dit verband. Deze naam werd ook de familieaanduiding, zowel in de wetenschappelijke naam als in het Nederlandse uilen. De essentie dient gezocht te worden in de nachtelijke leefwijze van deze vlinders.comes: comes is een vriend, een makker en als Hübner het 'achtervleugelthema' van Linnaeus volgt, hetgeen zeer aannemelijk is, is het ook een onwettige vrouw, geheel als het Griekse woord heteira. Comes kan ook geïnterpreteerd worden als grote gelijkenis (Macleod).
Auteursnaam en jaartal
Hübner, 1813
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-21 mm. De kleur van de vrij brede voorvleugel is, evenals de intensiteit van de dwarslijnen en de rest van de tekening, zeer variabel. De grondkleur varieert van lichtbruin, vaak grijsachtig en soms groenachtig getint, via roodachtig bruin tot bijna zwart. De golflijn is meestal goed zichtbaar en is bij de voorrand van de vleugel soms enigszins verdikt tot een driehoekig vlakje, waarvan één zijde altijd vaag verloopt; er is dus nooit een scherp afgetekend zwart vlekje te zien. Op de oranjegele achtervleugel bevindt zich een donkere maanvormige middenvlek en langs de achterrand loopt een tamelijk smalle zwartachtige band.