Vliegtijd & gedrag
Begin februari-half april in één generatie. De mannetjes vliegen na het donker worden en komen goed op licht. De vrouwtjes kunnen ´s nachts lopend op de stam worden waargenomen en vroeg in de morgen rustend tegen de schors.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Voorjaarsboomspanner
Rups: eind april-juni. De rupsen hebben een onvolledig ontwikkeld paar poten aan het achtste lichaamssegment en zijn daardoor te onderscheiden van andere spannerrupsen. De rups verpopt zich in de grond onder de waardplant in een losse cocon. De soort overwintert als pop.

Rups
.webp)
Vlinder
Verspreiding
Van het noorden van het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa, inclusief de Britse eilanden tot in Zuid-Scandinavië, naar het oosten via de Balkan en Wit-Rusland tot de bosgebieden rond Pensa. In het zuiden het westelijk Middellandse Zeegebied, de Balkan, het noordelijk deel van de Zwarte Zee tot Armenië en Toerkmenistan.
Benaming
- Engelse naam March Moth
- Duitse naam Frühlings-Kreuzflügel
-
Franse naam
la Phalène du marronnier
l'Alsophile printanière - Oud Nederlandse naam maartvlinder
- Synoniemen Anisopteryx aescularia
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De voorjaarsboomspanner leeft in boomrijke gebieden en de vliegtijd ligt heel vroeg in het jaar; eind april is de vliegtijd al nagenoeg voorbij. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Alsophila: alsos is een bosje en philos is houden van. Dit geeft de habitat aan.aescularia: aesculus is monophaag op eik. In later tijden betrof dit ook paardenkastanje (Aesculus hippocastanum). Eik is een waardplant, paardenkastanje waarschijnlijk niet.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-19 mm. Het mannetje van deze vroege voorjaarssoort is slank gebouwd. De langgerekte voorvleugels, die elkaar in rusthouding overlappen, zijn grijsbruin van kleur. De middenband op de voorvleugel wordt aan beide zijden begrensd door een donkere en een wittige getande dwarslijn. Is doorgaans weinig variabel. Het vleugelloze vrouwtje is goed te herkennen aan het tonvormige onbehaarde, effen gekleurde lichaam met een opvallend bruin haarbosje aan het uiteinde.