Voorjaarsspanner

Apocheima hispidaria

voorjaarsspanner

Vliegtijd & gedrag

Half februari-half april in één generatie. De mannetjes komen, soms in redelijke aantallen, op licht.

Verspreiding

Levenscyclus

Voorjaarsspanner

Rups: april-juni. De soort overwintert als pop in de grond.

Ei-afzet

Verspreiding

Van Spanje via Midden-Europa tot Rusland; in het noorden tot Zuid-Zweden; in het zuiden niet op de eilanden van de Middellandse Zee maar wel op de Balkan (niet in Griekenland) en wel in het Zwarte Zee-gebied. Voor Trans-Kaukasië en Klein-Azië is een ondersoort beschreven (ssp. orientis Wehrl, 1940).

Benaming

  • Engelse naam Small Brindled Beauty
  • Duitse naam Gelbfühler-Dickleibspanner
  • Franse naam la Nyssie hispide
  • Synoniemen Biston hispidaria
    Nyssia hispidaria

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
De voorjaarsspanner vliegt van februari tot in april. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Apocheima: apo is vanaf, na en kheima is winter; een genus met vlinders die rond februari al gaan vliegen.hispidaria: hispidus is borstelig, onverzorgd, verwijzend naar de haarschubben op het abdomen.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 15-17 mm. Het mannetje, dat kleiner is dan de mannetjes van verwante bossoorten, heeft een dicht behaard borststuk en een tamelijk smalle, spits toelopende voorvleugel met een afgeronde vleugelpunt. Op de voorvleugel zijn in principe vier donkerbruine dwarslijnen te onderscheiden, waarvan de duidelijkheid varieert. Doorgaans zijn in ieder geval twee goed zichtbaar; de buitenste is opvallend getand. Soms zijn deze lijnen echter afwezig en is de vleugel grotendeels bedekt met donkerbruine schubben. De meeste vlinders hebben een duidelijk lichtere zone langs de achterrand van de voorvleugel, maar sommige zijn helemaal donker. De achtervleugel is lichter dan de voorvleugel. Het vleugelloze vrouwtje is gewoonlijk donkerbruin of zwartbruin en aan de voorkant wat meer gedrongen dan de vleugelloze vrouwtjes van andere bossoorten; de poten zijn behaard.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Loofbossen

Struwelen

Planten

Eik

Hazelaar

Iep

Tamme kastanje

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden