Vroeg visstaartje

Nola confusalis

vroeg visstaartje

Vliegtijd & gedrag

Half april-half juni in één generatie; in gunstige jaren kan de soort iets eerder beginnen te vliegen, maar veel uitloop na half juni is er niet. De vlinders komen op licht.

Verspreiding

Levenscyclus

Vroeg visstaartje

Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop in een cocon op de waardplant.

Rups

Cocon

Museum

Verspreiding

Europa, inclusief de Britse eilanden en Zuid-Scandinavië en via Azië tot Japan.

Benaming

  • Engelse naam Least Black Arches
  • Duitse naam Hainbuchen-Graueulchen
  • Franse naam la Nole confuse
    la Nole crêtée
    la Nole-Aigrette
  • Oud Nederlandse naam eikenbeertje
  • Synoniemen Celama confusalis
    Nola signata

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Het vroeg visstaartje vliegt eerder in het jaar dan de andere visstaartjes. Visstaartje is een al lang bestaande naam. In 'Onze vlinders' van Ter Haar wordt ze al gebruikt. De naschuivers van sommige rupsen uit deze familie hebben wel wat weg van een vissenstaart. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Nola: Nola is een stad in Campania. Als deze stad inderdaad de basis is voor deze naam is het wellicht de oudste naam met geografische achtergrond, nog een jaar eerder dan Ochsenheimer ermee begon. Het is de enige geografische naam die Leach maakte. Leach plaatste dit genus bij de Tortriciden; hijzelf gaf geen enkele toelichting.confusalis: confusus is verward, verwarrend, waarschijnlijk vanwege de onzekerheid over de classificatie. De uitgang -alis geeft aan dat Herrich-Schäfer dacht dat het om een pyralide ging.

Auteursnaam en jaartal
(Herrich-Schäffer, 1847)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 9-11 mm. De tamelijk smalle voorvleugel heeft een witachtige grondkleur en is in meer of mindere mate bestoven met bruinachtig donkergrijze schubben. Vaak is deze bestuiving het sterkst in het zoomveld, bij andere exemplaren is de bestuiving meer gelijkmatig over de gehele vleugel verdeeld. Van de fijne zwarte centrale dwarslijnen is de binnenste sterk gebogen of V-vormig en de buitenste egaal S-vormig. De aan de binnenzijde van de buitenste dwarslijn gelegen middelste dwarslijn is sterk getand. Tussen deze lijn en de buitenste dwarslijn ligt een smalle meestal duidelijk donkerder grijsachtige band. Aan de binnenzijde van de vaag zichtbare lichte golflijn liggen kleine zwarte vlekjes of streepjes. Halverwege de voorrand van de voorvleugel bevindt zich een duidelijke donkere, zwartachtig gerande vlek. De achtervleugel is licht gekleurd en heeft een duidelijke middenstip.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Boomgaarden

Bossen

Parken

Struwelen

Tuinen

Planten

Berk

Beuk

Eik

Linde

Sleedoorn

Wegedoorn

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden