Vliegtijd & gedrag
Begin mei-eind juni in één generatie. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen van de waardplant en komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Vroege bremspanner
Rups: augustus-maart. De soort overwintert als rups op de waardplant, maar verlaat op zachte winterdagen soms zijn schuilplaats om te foerageren. De verpopping vindt meestal plaats in de strooisellaag.

Vlinder
Verspreiding
De meeste Europese landen maar niet in Finland, Noorwegen en de Baltische staten in het noorden en niet in Griekenland, Kreta, Corsica, Sardinië, Sicilië en Malta in het zuiden (Múller 1996). Naar het oosten Wit-Rusland, de Oekraïne, Moldavië, Europees Rusland en de Oeral, in het zuiden de Kaukasus, Georgië, Armenië en Azerbaidzjan tot Turkije (Viidalepp 1996).
Benaming
- Engelse naam Lead Belle
- Duitse naam Heidelbeeren-Silbereule
- Franse naam l'Ortholite acuminée
- Synoniemen Ortholitha mucronata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Een belangrijke waarplant van deze spanner is brem.Deze Scotopteryx mucronata vliegt eerder dan Scotopteryx luridata. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Scotopteryx: skotos is duisternis en pteron is vleugel; wijzend op de donkere tekening op de vleugels van een aantal soorten, vooral de mediane band.mucronata: mucronatus is gepunt, slaande op de scherpe punt van de voorvleugelapex.
Auteursnaam en jaartal
(Scopoli, 1763)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 15-19 mm. Karakteristiek is de tamelijk lichtgrijze (soms donkerder) voorvleugel en de duidelijke zigzaggende golflijn. De kleine zwarte middenstip is meestal druppelvormig en bevindt zich doorgaans ongeveer halverwege de binnenste en de buitenste dwarslijn. Al deze kenmerken zijn variabel.