Vliegtijd & gedrag
Begin maart-half mei in één generatie. Verse vlinders worden overdag soms onder aan boomstammen gevonden. Mannetjes komen goed op licht, soms meerdere exemplaren tegelijk; vrouwtjes doen dat slechts heel af en toe.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Vroege spanner
Rups: mei-juli. De soort overwintert als pop in de grond.

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Noord-Afrika (ssp. meridionalis Oberthür, 1913) via het Iberisch Schiereiland in heel Europa. Ook in het Oessoeri-gebied als ssp. laetus (Moltrecht, 1927); in het zuiden het hele Middellandse Zeegebied, de Balkanlanden, de Zwarte Zee, Klein-Azië en de Kaukasus en in het noorden tot Zuid-Scandinavië.
Benaming
- Engelse naam Oak Beauty
- Duitse naam Pappel-Dickleibspanner
-
Franse naam
la Phalène précoce
le Biston marbré
la Marbrée - Oud Nederlandse naam eikenspanner
-
Synoniemen
Nyssia strataria
Biston stratarius
Amphidasis prodromaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Vroege spanner is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).De vliegtijd van deze soort is eind april al nagenoeg voorbij. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Biston: Biston is een zoon van Mars en de stamvader van de Bistonen, een stam die met Bacchus in verband stond.strataria: stratum is iets wat uitgespreid is, een tapijt, naar de verschijningsvorm van de voorvleugel. De Engelse naam 'carpet' wordt veel gebruikt in deze familie.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1767)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 17-27 mm. Het mannetje en het vrouwtje lijken sterk op elkaar, maar het vrouwtje is vaak iets witter van kleur en het mannetje heeft geveerde antennen. De twee brede bruine banden dwars over de voorvleugel in het zoomveld en het wortelveld zijn kenmerkend; deze variëren in breedte en zijn met zwart afgezet. De grondkleur varieert van wit tot groengrijs. Het bandenpatroon is altijd aanwezig, maar is bij donkere vlinders minder opvallend.