Vliegtijd & gedrag
Begin mei-eind september in twee generaties; de tweede generatie is partieel en niet elk jaar aanwezig. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
W-uil
Rups: juni-september. De rups foerageert ´s nachts. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond.

Vlinder
Verspreiding
Van Spanje via West- en Midden-Europa tot in Scandinavië, naar het oosten via de gematigde zone tot de Altaj. Opgaven uit nog oostelijker gebieden hebben volgens Behounek (1992) betrekking op L. contrastata (Bryk, 1942) en op L. mongolica (Behounel, 1992). Naar het zuiden tot het Middellandse Zeegebied, Klein-Azië en de Zwarte Zee.
Benaming
- Engelse naam Pale-shouldered Brocade
- Duitse naam Schwarzstrich-Kräutereule
-
Franse naam
le Double W
la Noctuelle thalassine -
Synoniemen
Mamestra thalassina
Hadena thalassina
Polia thalassina
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De w-uilen zijn Lacanobia-soorten en hebben tegen de achterrand van de voorvleugel een duidelijke w.Bij deze soort is de w heel goed herkenbaar. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Lacanobia: een foute schrijfwijze van lachanobia; lakhana is groenten en bioo is leven. Het oorspronkelijke genus was uitgebreider en omvatte ook een aantal groente-eters, zoals M. brassicae.thalassina: thalassinus is gekleurd als de zee, zeegroen of zoals de zee, mogelijk wijzend op de golvende subterminale lijn.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 16-20 mm. De voorvleugel is vrij breed en heeft een licht gebogen voorrand. De grondkleur is warm roodachtig bruin met een variabele hoeveelheid fijne lichtbruine en witachtige spikkels; sommige exemplaren zijn meer grijsachtig bruin. Net als bij een aantal andere Lacanobia-soorten bevindt zich in het wortelveld een lichte vlek; soms is het vrouwtje tamelijk donker en valt deze vlek minder goed op. In het middenveld is de binnenrand van de langgerekte tapvlek doorgaans zichtbaar als een vrij brede zwarte balk (soms een dunne lijn), die de binnenste en de buitenste dwarslijn met elkaar verbindt; de buitenrand van de tapvlek is vaak zichtbaar als een dunnere vertakking van deze zwarte balk.