Vliegtijd & gedrag
Begin mei-begin september in twee generaties. De vlinders rusten overdag op bomen of struiken in de buurt van de waardplant en kunnen gemakkelijk worden opgejaagd. Ze vliegen in de schemering en komen slecht op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Wederikdwergspanner
Rups: juni-oktober. De rups rust overdag met de kop naar beneden tegen de stengel of aan de onderkant van een blad van de waardplant en heeft een voorkeur voor planten die in de schaduw staan. De soort overwintert als pop in een cocon op de waardplant.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van Engeland, Midden- en Oost-Europa tot Japan. Noord-Zuid: Scandinavië tot de 65e breedtegraad en de Balkan. Niet in Griekenland en niet op het Iberisch Schiereiland.
Benaming
- Engelse naam Dentated Pug
- Duitse naam Gilbweiderichspanner
- Franse naam la Larentie mouchetée
-
Synoniemen
Collix sparsata
Eupithecia sparsata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.Wederik is de (enige) waardplant van deze dwergspanner. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Anticollix: anti is in plaats van. In plaats van het genus Collix waarbij sparsata foutief was ingedeeld. Collix betekent broodje of brood van grof meel. M. Guenée bekent dat deze naam geen enkele enthomologische achtergrond heeft.Sparsata: sparsus is bekladden, bespatten. Dit vanwege de zwart en wit tekening vooral bij de franje van de voorvleugel. Ook mogelijk is de mening van Macleod: uitgespreid vanwege de brede voorvleugels. Dit doet echter de vertaling van het woord sparsus wel een beetje geweld aan.
Auteursnaam en jaartal
(Treitschke, 1828)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 11-13 mm. Een vrij grote dwergspanner met een lichte reebruine grondkleur. Opvallend en kenmerkend zijn de diepe inkepingen in de achterrand van de achtervleugel en de daarlangs lopende zwarte getande franjelijn. Op de voorvleugel bevinden zich fijne zwarte vlekjes en de aders zijn zwart aangezet. De middenstip is opvallend maar niet groot. De donkere vlekken langs de voorrand van de voorvleugel blijven ook bij afgevlogen exemplaren altijd zichtbaar.