Vliegtijd & gedrag
Eind mei-half augustus in één generatie; soms een partiële tweede generatie van september-begin oktober. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen; na een korte vlucht gaan ze weer zitten met halfgespreide vleugels, een omhoog geheven kop en een naar beneden gedrukt achterlijf. De vlinders zijn actief vanaf de schemering en komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Wikke-uil
Rups: juli-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag laag op de waardplant; de rups overwintert. De verpopping vindt plaats in een cocon op of in de grond.

Rups

Vlinder
Verspreiding
De zuidelijke areaalgrens: het noorden van het Iberisch schiereiland via Zuid-Frankrijk en de zuidrand van de Alpen naar de Adriatische kusten en via de Karpaten tot de Krim en de Kaukasus. Naar het noorden tot Engeland en het westen van Noorwegen. Naar het oosten tot Centraal-Azië, Noord-China en Japan.
Benaming
- Engelse naam The Blackneck
- Duitse naam Nierenfleck-Wickeneule
- Franse naam l'Ophiuse de l'astragale
-
Synoniemen
Toxocampa pastinum
Ophiusa pastinum
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Wikke-soorten zoals vogelwikke zijn de waardplant van deze soort. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Lygephila: luge is donkerte en phileo is houden van. Deze vlinder vliegt zodra het donker is.pastinum: pastinum is een plantijzer met twee punten dat vooral gebruikt werd voor het planten van wijnstokken, ook is het de grond die klaargemaakt is om beplant of bezaaid te worden. Waarschijnlijk moeten we de laatste betekenis gebruiken. Op de vleugel staan veel evenwijdige lijnen, de fijne groeven om het zaad in te deponeren.
Auteursnaam en jaartal
(Treitschke, 1826)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 18-21 mm. Deze spinneruil heeft een tamelijk slank lichaam en een brede voorvleugel. Op de bovenzijde van het borststuk bevindt zich een opvallende zwartachtig bruine kraag; de kop is zwartachtig donkerbruin gekleurd. De voorvleugel heeft een lichte, bruinachtig grijze kleur, vaak met een lila- of rozeachtige tint, en een fijn patroon van dunne lijntjes en fijne spikkeltjes. De binnenste zone van het zoomveld is donkerder en bruiner van kleur, vooral langs de voorrand. Kenmerkend is de donkerbruine of zwartachtige smalle, haakvormig gebogen middenvlek; onder de binnenste lob van de middenvlek bevinden zich één of twee zeer kleine druppelvormige vlekjes. De ringvlek is gereduceerd tot een donkere stip. Er is weinig variatie.