Vliegtijd & gedrag
Augustus-eind oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken overrijpe bramen en bloemen van klimop.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Wilgengouduil
Rups: april-juni. De rups leeft eerst in de katjes van de waardplant, later op de bladeren. Rupsen die met de katjes op de grond vallen, leven van kruidachtige planten. De rups maakt een cocon in de grond en verpopt zich daarin ongeveer zes weken later. De eieren worden in kleine rijtjes afgezet dicht bij de knoppen op een tak van de waardplant; de soort overwintert als ei.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Europa, Azië en Noord-Amerika. In Europa noordelijk tot de poolcirkel en zuidelijk tot Noord-Spanje, Midden-Italië, Noord-Griekenland en noordelijk Klein-Azië.
Benaming
- Engelse naam Pink-barred Sallow
- Duitse naam Violett-Gelbeule
-
Franse naam
la Mantelée
la Xanthie ochracée - Oud Nederlandse naam wilgensaffraanuil
-
Synoniemen
Cirrhia togata
Xanthia lutea
Cirrhia lutea
Cosmia lutea
Citria lutea
Xanthia silago
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De gouduilen hebben een geelachtige (gouden) grondkleur.Wat de waardplant van deze soort betreft: wilg en populier; later ook diverse kruidachtige planten, waaronder zuring. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Xanthia: xanthos is geel, naar de overwegend geelachtige kleuren van de soorten binnen dit genus. Ochsenheimer nam deze naam over uit Hübner's Tentamen (1806).togata: togatus is een toga dragend. De toga van de Romeinse senatoren had een 'latus clavus', een brede paarse band. Ook deze soort heeft een dergelijke band op de voorvleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Esper, 1788)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 13-16 mm. De voorvleugel is hoekig van vorm en heeft een spitse vleugelpunt. Kenmerkend zijn de roze- of paarsachtig bruine kop en schouders die sterk contrasteren met de heldere goudgele grondkleur van de voorvleugel en van het borststuk. De tekening op de voorvleugel bestaat uit roze- of paarsachtig bruine vlekken en een brede onregelmatige dwarsband op de grens van het middenveld en het zoomveld. De binnenste lob van de niervlek is nauwelijks donkerder gevuld en vormt vrijwel één geheel met deze band. Er is enige variatie mogelijk. Soms bestaat de middenband slechts uit enkele geschulpte en onderbroken dwarslijnen. Er zijn ook exemplaren die op de niervlek na vrijwel geen tekening hebben.