Vliegtijd & gedrag
In het buitenland: eind mei-eind juli en begin augustus-eind september in twee generaties. De vlinders komen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Wilgenspanner
Rups: in het buitenland april-eind mei en juli-augustus. De soort overwintert als ei.

Rups

Vlinder
Verspreiding
West-Oost: van de Noordzeekust tot Mongolië en de Amoer; in het zuiden het Iberisch Schiereiland, het noordelijke Middellandse Zeegebied en tot de Kaukasus; in het noorden alleen in het zuidoosten van Finland en in de Baltische staten redelijk gewoon.
Benaming
- Duitse naam Auen-Eckflügelspanner
- Franse naam la Philobie des saules
-
Synoniemen
Diastictis artesiaria
Scopula artesiaria
Semiothisa artesiaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
wilgenspannerMeer dan veertig spannersoorten hebben een Nederlandse naam gekregen die is opgebouwd uit het woord 'spanner' voorafgegaan door de naam van een plant, een struik of een boom, vaak betreft dat de (enige) waardplant van de soort (voorbeelden: espenspanner, prunusspanner en paardebloemspanner). Ebert vermeldt in zijn Baden-Württemberg-reeks dat wilg een belangrijke waardplant is van deze soort. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 11-13 mm. Deze spanner heeft veel weg van een snuituil door zijn rusthouding en vleugelvorm en vanwege de voorvleugeltekening. De lichte buitenste dwarslijn met donkere schaduw doet denken aan de lichte golflijn met schaduw van snuituilen. Daarnaast is er een middenvlek en een middenschaduw zoals bij diverse snuituilen. Zeer opvallend, en kenmerkend voor deze soort, is de roodbruine wigvormige vlek tussen de vertakking van de hoofdader in het midden van de voorvleugel die doorloopt tot in de schaduw aan de buitenzijde van de buitenste golflijn. Ook de lichte aders hebben soms een roodbruine tint. Een ander opvallend kenmerk wordt gevormd door de zelf nauwelijks zichtbare binnenste dwarslijn waarvan het uiteinde bij de voorrand van de vleugel na een scherpe knik naar binnen duidelijk zichtbaar wordt als een kort, dik zwart streepje.