Vliegtijd & gedrag
Juli-begin september in één generatie. De vlinders komen op smeer en in mindere mate op licht. Overdag zijn ze rustend op een boomstam of een muur aan te treffen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Wilgenweeskind
Rups: april-juli. De soort overwintert als ei in een schorsspleet van de waardplant.Ebert: De jonge rups doet door zijn bewegingen aan een spannerrups denken.Zoals bij alle weeskinderen kenmerkt de pop zich door een blauwachtige berijping.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Komt weinig voor in Midden-Europa. Het areaal omvat het noordelijke Middellandse zeegebied en naar het oosten via Griekenland, Turkije en Centraal-Azië tot Korea. De noordgrens is moeilijk aan te geven omdat veel vlinders zwerven en trekken (Scandinavië, Engeland en de Benelux). Heinicke & Naumann (1980 - 1982) veronderstellen areaalverschuivingen.
Benaming
- Engelse naam Rosy Underwing
- Duitse naam Weidenkarmin
-
Franse naam
l'Élue
la Choisie
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Zie voor een uitgebreide toelichting op de Nederlandse naam de uitleg bij het rood weeskind. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Catocala: kato is onder en kalos is mooi. Deze soorten hebben mooie, helder gekleurde achter- of ondervleugels.electa: electus is gekozen; electa is een verloofde. Zie ook bij C. nupta.
Auteursnaam en jaartal
(Vieweg, 1790)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 33-39 mm. Deze spinneruil lijkt sterk op het rood weeskind, maar heeft een gelijkmatiger getekende, vaak meer grijsachtige voorvleugel met duidelijk afstekende dwarslijnen. De dwarslijnen zijn in de voorste helft van de vleugel zwartachtig van kleur. Opvallend is de diep uitstekende dubbele zwarte tand in de buitenste dwarslijn. De achtervleugel is rozeachtig rood met een brede zwartachtige zoom en een ruwweg S-vormige zwartachtige middenband.