Wilgenwespvlinder

Synanthedon formicaeformis

wilgenwespvlinder

Vliegtijd & gedrag

Half mei-begin augustus in één generatie. Vroeg in de morgen kunnen de vlinders rustend op bladeren of boomstammen worden aangetroffen; ook bloemen worden geregeld bezocht. De mannetjes reageren op feromoonpreparaten, gewoonlijk na de middag.

Verspreiding

Levenscyclus

Wilgenwespvlinder

Rups: augustus-mei. De rups leeft in stammen, takken en twijgen van de waardplant; vaak ook in gezwellen of gallen. Soms wordt houtpoeder gevonden op plekken waar de boom beschadigd is. De soort overwintert als halfvolgroeide rups.

Museum

Verspreiding

Een soort met een groot areaal. Is uit alle Europese landen bekend. Alleen niet in Zuid-Griekenland en niet op de Middellandse Zee-eilanden. Naar het noorden is het een van de soorten die het verst boven de poolcirkel voorkomt. Naar het oosten is niet voldoende over de verspreiding bekend; de grens ligt ergens in Siberië. Nog meer naar het oosten komt de nabije verwant S. herzi (Spatenka & Gorbunov, 1992) voor en in Noord-Amerika S. bolteri (Edwards, 1883).

Benaming

  • Engelse naam Red-tipped Clearwing
  • Duitse naam Kleiner Weiden-Glasflügler
  • Oud Nederlandse naam vliegenwespvlinder
  • Synoniemen Sesia formicaeformis
    Aegeria formicaeformis
    Trochilium formicaeformis
    Sesia formicaeforme
    Aegeria formicaeforme
    Trochilium formicaeforme

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Een aantal soorten binnen de Sesiidae-familie heeft veel gelijkenis met wespen vandaar dat zeven soorten binnen deze familie met wespvlinder worden aangeduid. De rups van deze soort leeft op wilgensoorten. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Synanthedon: sun is dichtbij en anthedon is de bloemenliefhebber; bedoeld wordt lijkend op een bij.formicaeformis: formica is een mier en formis, forma is lijkt op.

Auteursnaam en jaartal
(Esper, 1783)

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Herkenning

Voorvleugellengte: 9-11 mm. Kenmerkend voor deze soort is de combinatie van de rode band op het achterlijf en het relatief brede rode veld in het voorvleugeluiteinde. Het dwarsbandje op de voorvleugel is smal en heeft doorgaans een donker roodbruine, soms lichtere rode kleur. Bij het uitkomen heeft de vlinder op het achterlijf twee banden van losse gele schubjes, die echter tijdens de eerste vlucht verdwijnen en dus vrijwel nooit worden waargenomen. Het staartpluimpje is zwart, bij verse exemplaren zijn opvallende witte haren te zien aan de zijkanten. De poten zijn zwart met drie witte bandjes. Het wit aan de top van de antennen is niet altijd zichtbaar.

Habitat

De Vlinderstichting beschermt al 40 jaar vlinders en libellen. Wij vinden dat zij overal waar ze in de natuur thuis horen ook daadwerkelijk moeten voorkomen.

Graslanden

Grienden

Moerassen

Planten

Wilg

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden