Vliegtijd & gedrag
Half augustus-begin november en na de overwintering half maart-eind mei in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken wilgenkatjes en bloemen van klimop.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Wintergouduil
Rups: eind april-juli. De rups verpopt zich in een losse cocon net onder de grond. De soort overwintert als vlinder; soms worden overwinterende vlinders opgejaagd uit dode eikenbladeren op de grond. De paring vindt plaats in het voorjaar.

Vlinder

Museum
Verspreiding
Lokale verbreiding van Noordwest-Afrika (Marokko, Algerije, Tunesië) via Zuid- en Midden-Europa tot Voor-Azië. Naar het noorden tot Midden- en Zuid-Engeland (sterk achteruit gegaan), Nederland (hetzelfde), Noord-Duitsland (al uitgestorven), Polen, het zuiden van de Baltische staten en Moskou. In het zuidoosten Libanon en Irak. Oude meldingen uit het oosten hebben betrekking op de verwant J. sericea (Butler, 1878).
Benaming
- Engelse naam Orange Upperwing
- Duitse naam Safran-Wintereule
- Franse naam la Xanthie safranée
-
Synoniemen
Oporina croceago
Xanthia croceago
Hoporina croceago
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De gouduilen hebben een geelachtige (gouden) grondkleur.Deze gouduil overwintert op beschutte plaatsen. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Jodia: iodes is roestkleurig; de kleur van de oranje voorvleugels.croceago: croceus is oranje. Voor de uitgang -ago zie bij X. citrago.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-17 mm. De voorvleugel heeft een hoekige vleugelpunt met een scherp uitstekend puntje; de diep oranjegele kleur contrasteert sterk met de witte achtervleugel. De middelste dwarslijn loopt vanaf de binnenrand van de vleugel schuin naar de niervlek en lijkt daar achter langs te lopen. De buitenste dwarslijn bestaat uit een rij donkere stippen en langs de voorrand bevinden zich witte vlekjes.