Vliegtijd & gedrag
Mei-juli in één generatie. Vooral de mannetjes komen op licht. Bij verstoring houden de vlinders zich dood en krommen ze hun lichaam, waarbij de geeloranje ringen tussen de segmenten van het achterlijf goed zichtbaar zijn.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Witte hermelijnvlinder
Rups: juli-augustus. Jonge rupsen leven op de bovenzijde van de bladeren, waar ook de opvallend grote en platte eieren worden afgezet. De rups lijkt sterk op die van Cerura vinula maar heeft een witte vlek die vanuit de zadelvlek op de rug doorloopt in de richting van het tweede paar buikpoten. De soort overwintert als pop in een harde cocon waarin houtsplinters verwerkt zijn.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van het noorden van het Iberisch schiereiland (Pyreneeën en het gebergte aan de kust) via West-Europa zonder de Britse eilanden en Midden-Europa via de gematigde zone tot Oost-Azië (Amoergebied, Kamtsjatka). In het zuiden verloopt de areaalgrens via Midden-Italië en de noordelijke Balkanlanden oostwaarts tot de Zwarte Zee. In het noorden via Noord-Duitsland tot de Baltische staten.
Benaming
- Duitse naam Weisser Gabelschwanz
- Franse naam l'Hermine
-
Synoniemen
Harpyia erminea
Dicranura erminea
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De witte hermelijnvlinder heeft een overwegend wit uiterlijk met een klein beetje zwart. Dat komt overeen met het winterkleed van het zoogdiertje hermelijn. De wetenschappelijke soortnaam van deze vlinder is erminea. De wetenschappelijke soortnaam van het zoogdiertje hermelijn is ermitea. Let op de klankverwantschap van erminea en hermelijn.Vergeleken met de hermelijnvlinder, Cerura vinula, is deze soort nog witter, vandaar witte. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Cerura: keras is een hoorn en oura is een staart; naar de naschuivers van de rups die de vorm hebben van een staart. De hoorn slaat óf op de tweevoudige uitvoering van de staart óf op de chitine-bouwstof, of op beide.
Auteursnaam en jaartal
(Esper, 1783)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: ♂ 25-30 mm, ♀ 30-38 mm. Deze soort lijkt sterk op de verwante hermelijnvlinder (C. vinula), maar is veel witter van kleur en daardoor contrastrijker. Het achterlijf is opvallend zwart.