Vliegtijd & gedrag
Mei-begin september in één of in warme jaren twee generaties. De vlinders vliegen in de avondschemering.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Wolfsmelkpijlstaart
Rups: juli-september. De soort overwintert als pop in de grond.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van Algerije en Marokko dwars door heel Zuid- en Midden-Europa, inclusief het Middellandse Zeegebied (op Corsica, Sardinië en de Balearen de soms als aparte soort opgevatte ssp. dahlii) tot Klein-Azië (zuidelijk tot Israël) en verder tot Afganistan, Kasjmir en Pakistan. In Europa naar het noorden, vaak als trekvlinder, tot Zuid-Scandinavië en Groot-Britannië.
Benaming
- Engelse naam Spurge Hawk-moth
- Duitse naam Wolfmilchschwärmer
- Franse naam le Sphinx de l'euphorbe
-
Synoniemen
Celerio euphorbiae
Deilephila euphorbiae
Spectrum euphorbiae
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Wolfsmelkpijlstaart is een oude naam die ook al door Ter Haar in 'Onze Vlinders' wordt gebruikt. Pijlstaart verwijst naar het staartje of pijl op het laatste segment van de rups. Wolfsmelksoorten zijn de voedselpanten voor de rups van deze soort. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Hyles: Hyles was een van de Centauren, een woest ras, half man half paard; zij werden verondersteld te leven in Thessaly.euphorbiae: Euphorbia is het plantengeslacht wolfsmelk, dat van de waardplant.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 28-31 mm. Een dof olijfgroene pijlstaart met over de voorvleugel een lichtgekleurde, vaak enigszins roze getinte en/of gespikkelde brede baan, die diagonaal vanaf de binnenrand naar de vleugelpunt loopt en de voorrand soms op meerdere plaatsen bijna of geheel raakt. De onderkant van de vleugels is rozeachtig.