Vliegtijd & gedrag
Eind april-half augustus in twee generaties. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken ´s nachts bloemen; overdag rusten ze op een boomstam, muur of paaltje.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Wolfsmelkuil
Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop in een cocon op de grond of in een spleet in een muur; bij voorkeur in een vochtige omgeving.

Rups

Vlinder
Verspreiding
In Europa een zeer lokale verbreiding. Naar het noorden tot de Shetland-eilanden, Midden-Scandinavië (in Noord-Zweden en in Noord-Finland tot boven de poolcirkel) en Karelië. Naar het zuiden tot Zuid-Spanje - soms in Marokko - en Griekenland verder naar Klein-Azië, Libanon, de Karpaten, de Kaukasus en Noord-Iran naar Midden- en Noord-Azië en verder tot Oost-Siberië (volgens Draudt, 1950) en China.
Benaming
- Engelse naam Sweet Gale Moth
- Duitse naam Wolfsmilch-Rindeneule
- Franse naam la Noctuelle de l'euphorbe
-
Synoniemen
Apatele euphorbiae
Acronycta euphorbiae
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Voor een toelichting op de Nederlandse naam zie 'toelichting wetenschappelijke naam'. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Acronicta: akronux is het vallen van de avond. Waarschijnlijk heeft deze naam dezelfde strekking als Noctua, in de nacht. Dit genus heeft immers geen enkele binding met de avondschemering.euphorbiae: Euphorbia is het plantengeslacht wolfsmelk; een aantal van de soorten binnen dit plantengeslacht zijn voedselplanten van deze soort.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 14-16 mm. Op de gelijkmatig grijze voorvleugel is weinig tekening te zien; de uilvlekken en de dwarslijnen zijn onopvallend. Vooral het ontbreken van de zwarte wortelstreep vormt een belangrijk onderscheid met de meeste andere Acronicta-soorten.