Gevoelig (voorlopige rode lijst)

Wollegras-uil

Celaena haworthii

Vliegtijd & gedrag

Eind juni-half oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere kruiskruid. De mannetjes vliegen ook op zonnige middagen en vlak voor zonsondergang.

Wollegras-uil

Verspreiding in Nederland

Wollegras-uil

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Levenscyclus

Wollegras-uil

Rups: maart-juli. De rups leeft in een halm van de waardplant en wisselt tijdens het groeien diverse malen van plant. De verpopping vindt plaats in een cocon op de grond. De soort overwintert als ei.

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 10-14 mm. De voorrand en de achterrand van deze uil vormen een vrijwel rechte hoek, maar de vleugelpunt zelf is stomp. De kleur van de voorvleugel is roodachtig bruin, met soms een roze tint, of paarsachtig bruin; afgevlogen exemplaren zijn vaak grijsachtig van kleur. Kenmerkend is de combinatie van de witachtige niervlek en de twee witte aders die van daaruit het zoomveld in lopen; soms is vanuit de niervlek ook een witte ader zichtbaar die naar de vleugelwortel loopt. De witachtige ringvlek valt eveneens goed op. Het middenveld is donkerder dan de rest van de vleugel. Het zoomveld is variabel; soms is een duidelijke lichte zone aanwezig langs de grens met het middenveld, bij andere exemplaren echter is een dergelijke lichte band nauwelijks te onderscheiden.

Kenmerken rups

Tot 18 mm; lichaam purperachtig bruin, lichter onder de lijn van de spiracula; vlekjes zwartachtig bruin; nek- en anaaalschild op segment één en dertien licht okerkleurig; kop bleek roodachtig bruin.

Gelijkende soorten vlinder

De gele lis-boorder (Helotropha leucostigma) heeft dezelfde combinatie van een lichte niervlek en lichte aders (hoewel deze vaak minder opvallend zijn), maar is groter en heeft een smaller toelopende puntigere voorvleugel; in het zoomveld bevindt zich een doorgaans duidelijk begrensde lichte band, waarvan de binnenrand vrij recht en de buitenrand sterk golvend is.

Gelijkende soorten rups

Hoogveenvlekuil (Amphipoea lucens), geelbruine vlekuil (Amphipoea fucosa) en roodbruine vlekuil (Amphipoea oculea). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Foto's

Verspreiding

Zeldzaamheid

Zeldzaam. Komt verspreid over het land zeer lokaal voor, vooral in veengebieden. RL: gevoelig.

België

Zeer zeldzaam. Komt enkel voor in de Antwerpse Kempen en de Hoge Ardennen. De soort staat als Regionaal Uitgestorven op de Rode Lijst Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).

Mondiaal

Noord-Europa en Noord-Azië. Naar het oosten tot in Siberië waar de areaalafgrenzing nog niet helemaal duidelijk is. Zeer lokaal in Midden-Europa; naar het zuiden tot West-Frankrijk, het Alpenvoorland tot Tsjechië, Slowakije en de Oekraïne.

Habitat

Moerassen en laagveen.

Waardplant

Laagveen

Moerassen

Planten

Diverse grassen en russen, veenpluis, veldbies, wollegras en gele lis.

Waardplant

Lis

Rus

Veldbies

Wollegras

Benaming

  • Engelse naam Haworth’s Minor
  • Duitse naam Haworths Mooreule
  • Oud Nederlandse naam moerasuil
  • Synoniemen Helotropha haworthii

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
Veenpluis, wollegras en andere grasachtigen van vochtige bodem zijn waardplanten van deze soort. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Celaena: kelainos is donker, zwartachtig, naar de donkere kleur van sommige exemplaren van deze soort.haworthii: haworthii is een eerbetoon aan A.W. Haworth (1767 – 1833) die toen net het vierde deel van zijn Lepidoptera Britannica publiceerde.

Auteursnaam en jaartal
(Curtis, 1829)

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden