Vliegtijd & gedrag
Half mei-half juli in één generatie. De uiterste vliegdata zijn 14 mei en een niet precieze datum in augustus.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.
Levenscyclus
Woudparelmoervlinder
Rups: half juli-half juni. Jonge rupsen leven in een gezamenlijk spinsel op de waardplant. De soort overwintert als rups in een spinselnest onder dorre bladeren in de strooisellaag. De eitjes worden in groepjes van circa 200 op de onderzijde van een blad afgezet. Tot de overwintering leven de rupsen samen in een spinsel op de waardplant. Zij overwinteren in een spinselnest onder dorre bladeren in de strooisellaag. In het voorjaar leven ze meer solitair en ze verpoppen zich vlak bij de bodem op de waardplant. Het aantal vlinders op de vliegplaatsen varieert aanzienlijk tussen de 4 en de 260 individuen per hectare. De paring vindt doorgaans laat op de dag plaats zonder voorafgaande balts en kan enkele uren duren.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 16-21 mm. De bovenkant van de vleugels, vooral van de achtervleugel, is overwegend zwart. Het vrouwtje is op de bovenkant minder zwart en op de onderkant minder contrastrijk dan het mannetje. De onderkant van de achtervleugel is veelkleurig; in de donkere buitenste dwarsband bevindt zich in bijna ieder segment een (soms onduidelijke) gele vlek. De gele vlekken hebben vaak zwarte randen of stippen, waardoor ze goed opvallen.
Kenmerken rups
Tot 35 mm; lichaam donker grijsachtig bruin met oranje-gele doorns; kop zwartachtig bruin.
Gelijkende soorten vlinder
Zie de bosparelmoervlinder.
Foto's
Rups
Vlinder
Museum
Verspreiding
Zeldzaamheid
De woudparelmoervlinder is een sinds 1960 uit Nederland verdwenen standvlinder. De soort vloog vooral in de Brabantse beekdalen, maar werd ook waargenomen in de Achterhoek, Twente en Limburg.
Mobiliteit
De woudparelmoervlinder is een honkvaste vlinder die laag boven de grond en met veel pauzes vliegt. Er is zelfs geen enkele melding van zwervende vlinders en hij is de zwakste vlieger onder de parelmoervlinders.
Regionaal
In Nederland was de woudparelmoervlinder aan het begin van de twintigste eeuw een vrij zeldzame standvlinder. Hij vloog toen vooral in de Brabantse beekdalen, maar de soort is ook gevonden in de Achterhoek, Twente en Limburg. Heel geleidelijk verdwenen de populaties en nam het verspreidingsgebied af, totdat er in de jaren vijftig nog maar twee populaties over waren: één in de omgeving van Best bij Eindhoven (Noord-Brabant) en één bij Mariahoop (Limburg). Bij de populatie van Best zijn in 1960 verspreid over drie dagen nog 19 exemplaren waargenomen, de populatie van Mariahoop verdween ook in de jaren zestig.
Europa
Op Europese schaal is de woudparelmoervlinder niet bedreigd en over het algemeen is het voorkomen stabiel, maar uit veel landen wordt een achteruitgang gemeld en uit Duitsland en België zelfs een flinke. De soort is verdwenen uit Vlaanderen en Denemarken en staat op de Waalse en Duitse Rode Lijst. De dichtstbijzijnde populaties leven in de Eifel en de Ardennen.
Mondiaal
De woudparelmoervlinder wordt verspreid van het noordelijk deel van het Iberisch schiereiland tot de Oeral in Centraal-Europa gevonden. Daarnaast liggen er een aantal vliegplaatsen in Scandinavië.