Zandhalmuiltje

Mesoligia furuncula

Vliegtijd & gedrag

Eind juni-half september in één generatie; meldingen eerder in het jaar berusten waarschijnlijk op een foute determinatie of het per ongeluk verwisselen van namen (dit betreft verwisseling met Oligia fasciuncula). De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere kruiskruid. De mannetjes vliegen overdag laag over de grond, vooral rond zonsondergang.

Zandhalmuiltje

Verspreiding in Nederland

Zandhalmuiltje

Trends

Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.

Levenscyclus

Zandhalmuiltje

Rups: september-juni. De rups leeft in de halmen van de waardplant en overwintert daarin. De rups verpopt zich in een zelfgemaakte holte onder in een stengel van de waardplant.

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 10-12 mm. Deze uil is slanker gebouwd dan de andere halmuiltjes en heeft een smallere voorvleugel. Hoewel de soort buitengewoon variabel is, vormt de opvallend rechte scheidingslijn tussen de binnenste en de buitenste vleugelhelft in de meeste gevallen een duidelijk zichtbaar kenmerk. Bij de meest karakteristieke vorm vertoont de voorvleugel in rust een opvallende en contrastrijke tweedeling tussen de donkerbruine binnenste vleugelhelft en de witachtige met lichtbruine buitenste helft. Bij andere vormen hebben beide vleugelhelften min of meer eenzelfde geel-, oranje- of bruinachtige kleur; ook bij deze exemplaren is de scheidingslijn meestal goed te zien. Soms hebben deze vormen een tamelijk contrastrijk uiterlijk door de duidelijk afstekende lichte ringvlek en/of niervlek en de witachtige dwarslijnen; soms is ook een korte donkere balk zichtbaar tussen de binnenste dwarslijn en de scheidingslijn in het midden van de voorvleugel. De vleugelzoom is meestal grauw van kleur en dan duidelijk donkerder dan het aangrenzende deel van het zoomveld. Bij andere vormen is de tekening vaag of nagenoeg afwezig, waardoor deze vlinders een tamelijk gelijkmatig uiterlijk hebben.

Kenmerken rups

Tot 20 mm; lichaam dik in het midden en naar de uiteinden versmald; kleur helder geel tot dof geelachtig wit, soms met een roodachtige middenstreep over de rug; nekschild op segment één klein, roodachtig bruin; spiracula zeer klein en zwart; kop klein roodachtig bruin.

Gelijkende soorten vlinder

Het duinhalmuiltje (Litoligia literosa) is groter met een meer rozeachtig bruine kleur en heeft een minder opvallende tweedeling tussen de binnenste en de buitenste vleugelhelft; de vleugelzoom is niet verdonkerd. Zie ook het oranjegeel halmuiltje (Oligia fasciuncula).Lichte exemplaren kunnen worden verward met de zeggeboorder (Denticucullus pygmina); deze is echter steviger gebouwd en heeft vaak een zwarte lengtestreep op de voorvleugel. Zie ook de bochtige smele-uil (Photedes minima).Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen Oligia fasciuncula, Mesoligia furuncula en Litoligia literosa.

Gelijkende soorten rups

Vale duinrietboorder (Photedes extrema), bochtige smele-uil (Photedes minima), zandhaverboorder (Longalatedes elymi), gele duinrietboorder (Photedes fluxa), zeggeboorder (Denticucullus pygmina), russenuil (Coenobia rufa) en herfst-rietboorder (Rhizedra lutosa). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Foto's

Verspreiding

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.

België

Vrij algemeen in het hele land. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).

Mondiaal

Noordwest-Afrika (Marokko), Europa (naar het noorden tot Schotland, Zuid-Noorwegen, Midden-Zweden en Zuid-Finland) en dwars door het gematigde Azië tot Japan.

Habitat

Open graslanden met een korte vegetatie, vooral in de duinen en op kalkgrond; ook tuinen.

Waardplant

Duinen

Graslanden

Kalkgraslanden

Tuinen

Planten

Diverse grassen, waaronder ruwe smele, ruig schapengras, zinkschapengras en glanshaver.

Waardplant

Glanshaver

Smele

Zwenkgras

Benaming

  • Engelse naam Cloaked Minor
  • Duitse naam Trockenrasen-Halmeulchen
  • Franse naam la Furoncule
  • Synoniemen Miana furuncula
    Luperina furuncula
    Procus furuncula
    Apamea furuncula
    Mesoligia bicoloria
    Miana bicoloria
    Hadena bicoloria
    Oligia bicoloria
    Procus bicoloria

Meer over de naam

Toelichting Nederlandse naam
zandhalmuiltjeDe Oligia- en de Mesoligia-soorten zijn voor de Nederlandse naamgeving samengevoegd onder de groepsnaam ‘halmuiltje’. De rupsjes van deze soorten brengen een groot deel van hun leven door in of op grashalmen.Een brede kuststrook en zandgronden in het binnenland zijn de plaatsen waar dit uiltje veel wordt gezien. Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Mesoligia: me- is niet en de s is slechts een verbindingsletter. Dus: lijkt veel op een Oligia, maar net iets anders.furuncula: fur is een dief en -uncula is een verkleining. Een diefje dus. Zie voor de relatie Denis en Schiffermüller en diefstal bij O. latruncula, bij M. furuncula en bij B. raptricula.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Meer uit dezelfde familie

Doe mee aan de tuinvlindertelling

Heb je een vlinder of libel gespot? Meld het ons! Jouw waarnemingen zijn waardevol voor het behoud van deze insecten. Samen kunnen we hun populaties in kaart brengen en beschermen. Ga naar onze website en deel jouw observaties. Help mee aan het behoud van deze prachtige dieren en draag bij aan de wetenschap van de biodiversiteit.

Waarneming melden