Verspreiding
Levenscyclus
Zandstofuil
Rups: augustus-april. De soort overwintert als rups in een cocon en verpopt zich daarin in het voorjaar.

Vlinder
Verspreiding
Marokko en in Europa van het Iberisch schiereiland via Zuid-Frankrijk tot Griekenland en het hele Middellandse Zeegebied. De noordelijke areaalgrens: Noordwest-Zwitserland, West-Duitsland, Noord-België en Nederland, Zuid-Noorwegen, Zuid-Zweden, Zuid-Finland (meer naar het noorden enkelingen) en Karelië. Naar het oosten tot Israël en Libanon. Bij oudere opgaven uit het zuidelijke areaal moet rekening worden gehouden met verwisselingen met soorten uit de P. flavirena-groep. In Midden-Europa zeer lokaal en ontbreekt daar in grote gebieden. Maar het schijnt dat selini ook nieuwe gebieden verovert.
Benaming
- Duitse naam Sandflur-Staubeule
-
Synoniemen
Paradrina selini
Elaphria selini
Charanyca selini
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Stofuilen hebben een vale zandkleur. De vleugelschubben laten makkelijk los en na het vastpakken van de vlinder blijft een stofvlekje op de vingers achter.Duinen en zandgronden zijn de gebieden waar deze zandstofuil zich thuis voelt. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Auteursnaam en jaartal
(Boisduval, 1840)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 13-16 mm. Deze uil lijkt veel op de huisuil (C. clavipalpis), maar heeft een donkerder grijze en egalere voorvleugel met een donkere achterrand. In het zoomveld en in mindere mate rondom de niervlek zijn vaak vage oranjebruine vlekjes aanwezig. De dwarsbanden zijn nauwelijks zichtbaar. Langs de voorrand van de vleugel zijn enkele donkere vlekjes zichtbaar. De achtervleugel is witachtig met een grijsachtig bruine achterrand.