Vliegtijd & gedrag
Begin mei-half juni en begin juli-half september in twee generaties. De vlinders zijn de hele dag actief en voeden zich met nectar van onder andere echte koekoeksbloem.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Zilveren maan
Rups: begin juni-half juli en half augustus-half mei. De soort overwintert als halfvolgroeide rups in een dor blad in de strooisellaag. De verpopping vindt plaats aan een stengel, laag in de vegetatie. ei-afzetNa de paring zont het vrouwtje vrij veel. Het vrouwtje heeft een voorkeur voor beschutte plaatsen waar de viooltjes op open plekken groeien en dus niet snel overwoekerd raken. Vaak worden de eitjes afgezet op de overgang van open naar begroeide plaatsen, mogelijk omdat de rupsen daar zowel beschutting, warmte en voedsel vinden. Ze worden afzonderlijk afgezet op de waardplant of in de directe omgeving daarvan. Soms gaat het vrouwtje zitten en schiet het eitje in de vegetatie of zij vliegt boven de vegetatie en laat het vallen.rups en verpoppingDe rupsen zijn mobiel en verplaatsen zich gemakkelijk van het ene naar het andere viooltje. Ze eten vooral ´s nachts aan de onderzijde van de bladeren. De rupsen overwinteren na de derde vervelling in een dor blad in de strooisellaag en worden pas weer actief in de loop van april. De verpopping vindt hangend aan een stengel plaats, laag in de begroeiing.vlindersDe eerste vlinders verschijnen in mei. De dichtheid kan zeer hoog zijn, tot 150 vlinders per hectare. Deze hoge dichtheid geldt voor bloemrijke hooilanden in de laagveengebieden. In het buitenland, maar ook in andere leefgebieden in Nederland, is de dichtheid veel lager.De vlinders zijn de hele dag actief en voeden zich met nectar van bijvoorbeeld echte koekoeksbloem en kale jonker. Vlinders van de tweede generatie hebben een gevarieerder menu en halen nectar uit bijvoorbeeld grote kattenstaart, watermunt en blauwe knoop. Mannetjes houden laag boven de vegetatie patrouillevluchten om maagdelijke vrouwtjes te vinden.

Rups

Cocon

Vlinder

Museum
Verspreiding
De zilveren maan komt voor van Noord-Portugal en Groot-Brittannië tot de Balkan en Noord-Amerika en van Noord-Scandinavië tot Noord-Spanje en Noord-Italië.
Benaming
- Engelse naam Small Pearl-bordered Fritillary
- Duitse naam Braunfleckiger Perlmutterfalter
- Franse naam Le Petit Collier Argenté
- Oud Nederlandse naam bruingevlekte parelmoervlinder
-
Synoniemen
Clossiana selene
Argynnis selene
Argyronome selene
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Toelichting wetenschappelijke naam
Boloria: bolos is visnet; het kenmerkende vleugelpatroon.selene: selene is de maan. Ook een titel van Artemis, de godin van de maan. Deze godin Artemis (ook wel Diana genoemd) komt ook voor in het boek Handelingen (hoofdstuk 19) van het Nieuwe Testament als de godin van de Efeziërs. Haar zilveren beeld zou uit de hemel gevallen zijn en er werd in Efeze veel geld verdiend aan de verkoop van kleine zilveren Artemistempeltjes door de zilversmid Demetrius. Vandaar de verbinding tussen Selene, Artemis en zilveren maan.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.
Herkenning
Voorvleugellengte: 18-22 mm. De bovenkant van de vleugels is overwegend oranje en heeft zwarte vlekken en stippen. De onderkant van de achtervleugel is contrastrijk getekend; alle vlekken in de middenband zijn geelachtig of zilverkleurig glanzend. Naast de gele vlek in de vleugelwortel bevindt zich een ronde zwarte vlek. Langs de achterrand bevinden zich witte vlekken die afgegrensd zijn met een zwarte lijn.