Vliegtijd & gedrag
Begin mei-begin augustus in één generatie; soms een partiële tweede generatie tot eind september. De vlinders vliegen zowel overdag als ´s nachts en komen op licht. Ze zijn gemakkelijk op te jagen uit het gras; ze vliegen een klein stukje en gaan daarna weer met de kop naar beneden tegen een grasstengel zitten.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Zilverstreep
Rups: juli-september. De rups is vooral ´s nachts actief. De soort overwintert als pop in een cocon, laag in de grasvegetatie.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 10-12 mm. Deze kleine uil heeft een karakteristiek uiterlijk door de twee zilverkleurige parallel lopende diagonale banen op de olijfbruine, soms iets roodachtig getinte voorvleugel.
Gelijkende soorten rups
Zilverhaak (Deltote uncula) en bonte marmeruil (Deltote deceptoria). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Foto's
Vlinder
Verspreiding
Zeldzaamheid
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
België
Vrij algemeen in het hele land. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Verbreid in Europa en Azië. Van het Iberisch schiereiland tot Japan en Korea. Naar het noorden tot Oost-Engeland en delen van Zuid-Zweden. Spaarzaam in het noordelijke Middellandse zeegebied. Niet in Griekenland. Wel in Anatolië en de Kaukasus. Heinicke & Naumann (1980 - 1982) wijzen op de neiging tot uitbreiding aan de noordelijke areaalgrens.