Vliegtijd & gedrag
Eind mei-begin augustus in één generatie; soms een partiële tweede generatie in september. De vlinders komen goed op licht, meestal na middernacht. Ze strijken vaak neer op enige afstand van de lichtval, zonder er in te vliegen. Op warme zonnige dagen vliegen ze soms rond bomen en struiken.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Zomervlinder
Rups: juni-mei. De soort overwintert als jonge rups op een spinselkussentje op een twijg, een tak of de stam van de waardplant en verpopt zich in de strooisellaag.

Ei-afzet

Rups

Vlinder
Verspreiding
In bijna heel Europa en via de gematigde zone in meerdere ondersoorten tot Kamtsjatka en Japan. In het noorden Noord-Scandinavië en in het zuiden de Balkan en Klein-Azië.
Benaming
- Engelse naam Large Emerald
- Duitse naam Grünes Blatt
-
Franse naam
la Grande naïade
la Géomètre papillonaire -
Oud Nederlandse naam
groene spanner
groene zomermeter - Synoniemen Hipparchus papilionaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De zomervlinder vliegt in de zomermaanden. Meer over Nederlandse namen Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Geometra: geometreo is land meten. Verwijst naar de kenmerkende manier van voortbewegen van de rups.papilionaria: papilio is een vlinder. Waarschijnlijk had Linnaeus deze naam niet voor deze soort bedoeld want hij schrijft aan Wilkes in 1747 dat de Engelse vlinder van Wilkes twee keer zo groot was als die uit Zweden.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 24-29 mm. Behalve door de grootte en de karakteristieke groene kleur, wordt deze spanner gekenmerkt door de dagvlinderachtige rusthouding. De vleugels worden uitgespreid en onder een lichte hoek omhoog gehouden, alsof de vlinder net is neergestreken en op het punt staat weer op te vliegen; in volledige rust zijn de vleugels vlak uitgespreid. De achterrand van de vleugels is gegolfd. De groene kleur blijft bij deze soort langer behouden dan bij de meeste verwante soorten maar is instabiel en verbleekt of vergeelt snel door UV-straling en chemische stoffen. Vertoont weinig variatie; soms ontbreken één of meer van de witachtige dwarslijnen.