Vliegtijd & gedrag
Eind mei-begin augustus in één generatie. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes komen meestal vroeg in de avond op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Zuidelijke tandvlinder
Rups: juli-september. De rups zit vaak op de onderste takken van alleenstaande eiken op een warme standplaats. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag of in de grond.

Ei-afzet

Rups

Cocon

Vlinder
Verspreiding
Van het noorden van het Iberisch schiereiland via Zuid- en Midden-Europa tot Rusland. In het zuiden via Midden-Italië, de Balkan en Turkije tot de Zwarte Zee en de Kaukasus. Naar het noorden tot Noord-Duitsland.
Benaming
- Duitse naam Südlicher Zahnspinner
- Franse naam la Voile
-
Synoniemen
Ochrostigma velitaris
Drynobia velitaris
Notodonta velitaris
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De zuidelijke tandvlinder is thuis in zuidelijker delen van Europa. Tandvlinders hebben aan de voorvleugel een uitstulping die in rust als een tand boven de vlinder uitsteekt. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Drymonia: drumos is eiken hakhout, dit genus komt veelvuldig voor in eikebossen.
Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: ♂ 12-15 mm, ♀ 15-18 mm. Deze tandvlinder is goed van de andere Drymonia-soorten te onderscheiden door het zandgele wortelveld. De achtervleugel is donkerbruin.