Vliegtijd & gedrag
Begin september-eind oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer; ze foerageren op bloemen van klimop en op overrijpe bramen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Zwarte witvleugeluil
Rups: oktober-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag dicht bij de grond. De soort overwintert als jonge rups. De verpopping vindt plaats in de grond.

Rups

Vlinder

Museum
Verspreiding
Noord-Afrika (Marokko tot Egypte), Zuid- en Midden-Europa, Klein-Azië, Libanon, Israël en de Kaukasus. Noordelijk in Groot-Britannië tot Schotland. Een geïsoleerd deelareaal langs de kust van West- en Zuid-Noorwegen en vandaar een paar zwervers in Denemarken. Verder loopt de noordgrens over Noord- en Oost-Duitsland, Bohemen, Slowakije, de Karpaten en Oekraïne tot de Krim.
Benaming
- Engelse naam Black Rustic
- Duitse naam Schwarze Glattrückeneule
- Franse naam la Noctuelle anthracite
- Synoniemen Hadena aethiops
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De witvleugeluilen hebben witte achtervleugels. Het betreft het Genus Aporophyla.De vlinder van deze soort is nagenoeg zwart. Ook de Latijnse soortnaam wijst op de zwarte vleugels. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Aporophyla: aporos is ingewikkeld, moeilijk en phule is een klasse, een groep, vrij geïnterpreteerd is dit ieder taxon boven die van soort. Dit verwijst naar de moeilijkheid om dit genus een goede plaats te geven in de systematiek.nigra: niger is zwart, naar de grondkleur van de voorvleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Haworth, 1809)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 17-21 mm. Op de glanzend zwartachtig donkerbruine of zwarte voorvleugel vallen de dwarslijnen en de uilvlekken nauwelijks op. Het enige in het oog springende kenmerk is de wit- of geelachtige achterrand van de niervlek. In het zoomveld bevinden zich enkele lichte vlekjes langs de voorrand. Het mannetje heeft een witte achtervleugel met een smalle donkere streep langs de achterrand; het vrouwtje heeft een grijze achtervleugel met een lichtere vleugelwortel.