Vliegtijd & gedrag
Half februari-november in drie, soms vier generaties. De vlinders zijn overdag gemakkelijk te verstoren en vliegen soms bij zonnig weer, maar zijn vooral in de schemering actief. Ze bezoeken bloemen en komen op licht. Op heidevelden zijn ´s nachts soms parende vlinders te vinden boven in de heiplanten. Deze soort wordt ook vaak binnenshuis aangetroffen.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Zwartkamdwergspanner
Rups: mei-eind november. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.

Rups

Vlinder
Verspreiding
Van het Iberisch Schiereiland via West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden tot Rusland; in het noorden tot in Midden-Scandinavië. Het zwaartepunt ligt in het Middellandse Zeegebied. Van hieruit naar Klein-Azië, het Zwarte Zeegebied tot in westelijk Centraal-Azië. Ook in Noord-Afrika, op de Canarische eilanden en op Madeira. In het zuiden op veel plaatsen de gewoonste vlinder, in het Middellandse Zeegebied ziet men hem overal (Dietze 1913).
Benaming
- Engelse naam Double-striped Pug
- Duitse naam Rotgebänderter Blütenspanner
- Franse naam la Fausse eupithécie
-
Synoniemen
Gymnoscelis pumilata
Tephroclystia pumilata
Eupithecia pumilata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.Deze dwergspanner heeft een kenmerkend zwart kammetje in de tekening op de voorvleugel. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Gymnoscelis: gumnos is naakt en skelos is de poot. Hier verwijzend naar de achterste tibia waarvan de middensporen ontbreken.Rufifasciata: rufus is rood en fascia is een band, naar de roodachtige band op de voorvleugels.
Auteursnaam en jaartal
(Haworth, 1809)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 8-10 mm. Een kleine spanner met vrij spitse vleugels; vlinders van latere generaties zijn vaak kleiner dan die van de eerste generatie. Sommige exemplaren hebben een opvallende roodachtige tekening langs de randen van de bruinachtige of witachtige voorvleugel, anderen zijn meer egaal roodachtig. Opvallend zijn de lichte, zwartgerande centrale dwarslijnen op de voorvleugel. Karakteristiek is dat het zwart van de buitenste dwarslijn, gerekend vanaf de voorrand van de vleugel, halverwege afzwakt en het patroon van een naar binnen wijzend kammetje heeft, dat zelfs bij sterk afgevlogen exemplaren vaak nog zichtbaar is. Sterk getekende vlinders hebben in de vleugelpunt vaak zwarte vlekken.