Vliegtijd & gedrag
Half april-begin november in twee, soms drie generaties. De vlinders komen op licht. Overdag zijn ze rustend te vinden op paaltjes, muren of ramen; wanneer ze verstoord worden verbergen ze zich onder bladeren.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Zwartvlekdwergspanner
Rups: mei-december. Rupsen van de eerste generatie (mei-juli) worden veel minder vaak gezien dan die van de tweede generatie (vanaf augustus). Ze leven op de bloeiwijze van de waardplant. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.

Rups
a Kees Smit.webp)
Cocon

Vlinder
Verspreiding
De Britse eilanden en de Hebriden, Noord-Afrika en Klein-Azië. In Finland en Zweden tot plm de 66e breedtegraad. Verdere verbreiding via de Baltische staten, Polen, Rusland en Siberië tot in Mongolië.
Benaming
- Engelse naam Lime-speck Pug
- Duitse naam Weisser Blütenspanner
- Franse naam l'Eupithécie à tirets
-
Oud Nederlandse naam
centaureaspanner
duizendguldenkruidvlindertje -
Synoniemen
Tephroclystia centaureata
Eupithecia oblongata
Tephroclystia oblongata
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.Door de grote zwarte vlek op de voorvleugel is deze dwergspanner makkelijk herkenbaar. Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.Centaureata: Centaurea is het plantengeslacht duizendguldenkruid waar ook enige van de vele voedselplanten toe behoren.
Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 10-12 mm. De enige overwegend witte dwergspanner met slechts één grote blauwachtig grijze of zwartachtige vlek langs de voorrand van de voorvleugel; vaak is deze vlek verbonden met de middenstip. Er is enige variatie. Soms is de vlek langs de voorrand onduidelijk en staat de middenstip geïsoleerd; soms is de grondkleur meer grijsachtig.