Vliegtijd & gedrag
In Nederland zijn waarnemingen bekend uit maart en april en van eind juli en augustus. De soort vliegt meestal in één generatie; soms is er sprake van een partiële tweede generatie. De vlinders worden soms overdag op boomstammen en hekken gevonden. Ze komen in kleine aantallen op licht.
- Snel naar
- Waarnemingen
- Levenscyclus
Verspreiding
Levenscyclus
Zwartvlekspikkelspanner
Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in een cocon op de waardplant.

Vlinder
Verspreiding
Een verspreiding met veel onderbrekingen. In het zuidwesten van Noord-Afrika (ssp. maura Oberthür, 1913) via het Iberisch Schiereiland en het Middellandse Zeegebied naar de Balkan en Klein-Azië. Noordelijk daarvan: meldingen uit Engeland, uit de Benelux, Zwitserland en Zuidwest-Duitsland.
Benaming
- Engelse naam Waved Umber
- Duitse naam Lederbrauner Rindenspanner
- Franse naam la Boarmie pétrifée
- Synoniemen Hemerophila abruptaria
Meer over de naam
Toelichting Nederlandse naam
De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.Zwartvlek wijst op de lichtomrande zwarte vlek op de voorvleugel van het mannetje. Meer over Nederlandse namen Meer over Nederlandse namen
Toelichting wetenschappelijke naam
Menophra: mene is de maan en ophrus is een wenkbrauw in het Latijn cilia en dus de cilia of de vleugelfranje van een insect; vanwege de sterk getande achterranden, vooral van de achtervleugel, waardoor veel halve maantjes ontstaan.abruptaria: abruptus is afgebroken; verwijzing naar de roodachtig bruine schaduw vanuit de vleugelpunt naar het midden, waar het zeer abrupt eindigt.
Auteursnaam en jaartal
(Thunberg, 1792)
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Herkenning
Voorvleugellengte: 18-21 mm. Houdt in rusthouding de vleugels plat, zodanig dat de donkerbruine lijnen en banden van de voor- en de achtervleugel de indruk wekken van scheurtjes in een houten oppervlak. Het patroon van dwars over de achtervleugel lopende scherpgerande banden is uniek. De achterrand van de achtervleugel is tamelijk diep geschulpt. De grondkleur varieert van witachtig bruin, vooral bij het vrouwtje, tot diep geelachtig bruin.