AZUURWATERJUFFER
Familie: waterjuffers (Coenagrionidae)
Wanneer te zien: De larven overwinteren een of twee keer. Uitsluipen gebeurt in een relatief lange periode: van begin mei tot in augustus, met een piek in juni en juli.
Waar te zien: Allerlei stilstaande en zwakstromende watertypen op zandbodem. Drijvende waterplanten zijn een pré.
BLAUWE GLAZENMAKER
Familie: glazenmakers (Aeshnidae)
Wanneer te zien: Gewoonlijk duurt de levenscyclus twee jaar. De eerste winter als ei, de tweede winter als larve en het uitsluipen in de maanden juli en augustus. In ondiepe wateren en warme zomers kan een larve echter al voor de winter volgroeid zijn en nog diezelfde zomer uitsluipen.De rijpingsduur van de imago is drie tot zes weken, en de levensduur van de imago acht tot tien weken.
Waar te zien: Allerlei stilstaande watertypen, vaak voedselrijk en sterk beschaduwd: bosplassen, vijvers, poelen, sloten. Soms ook bij langzaam stromende beken en rivieren. Vaak in de buurt van bebouwing en recreatiegebieden.
GEWONE PANTSERJUFFER
Familie: pantserjuffers (Lestidae)
Wanneer te zien: De overwintering gebeurt als ei. De eieren komen in het vroege voorjaar uit, waarna de larvale fase binnen twee maanden kan worden afgerond. De larven sluipen uit van half mei tot eind augustus.
Waar te zien: Vennen, duinplassen, overige plassen, laagveen. Soms ook bij stromend water of brak water. Bredere habitatvoorkeur dan andere pantserjuffers. Voorkeur voor plaatsen met wisselende waterstand, maar minder uitgesproken dan bij andere pantserjuffers. Kan bij verzuurde vennen zeer hoge dichtheid bereiken.
GROTE KEIZERLIBEL
Familie: glazenmakers (Aeshnidae)
Wanneer te zien: De larven overwinteren een of twee keer. De larven die een tweede winter doorbrengen doen dit als volgroeide larve, waardoor ze al in mei in een korte periode kunnen uitsluipen. De larven die na een winter al uitsluipen doen dit later en verspreid over een langere periode: juni tot en met eind augustus.
Waar te zien: Plassen, poelen, vennen, vijvers, sloten en langzaam stromende wateren.
LANTAARNTJE
Familie: waterjuffers (Coenagrionidae)
Wanneer te zien: Larven overwinteren een keer. Het uitsluipen gebeurt gedurende een lange periode. In sommige jaren begint het al in eind april en gaat het door tot in september. De meeste verse imago’s worden echter gevonden tussen eind mei en eind augustus. De levenscyclus kan soms waarschijnlijk ook binnen een lente en zomer worden afgerond, zodat een tweede generatie optreedt. In andere landen is dit bewezen en in Nederland komt het waarschijnlijk ook voor.
Waar te zien: Vrijwel alle zoete watertypen, soms ook in brak water. Heeft van alle Nederlandse soorten de minst uitgesproken habitatvoorkeur. Vooral algemeen in voedselrijk, helder water met gevarieerde oevervegetatie. Duidelijk minder algemeen in zure wateren.
VIERVLEK
Familie: korenbouten (Libellulidae)
Wanneer te zien: De larven overwinteren twee of drie keer, soms maar een keer. Uitsluipen gebeurt van eind april tot half juli.
Waar te zien: Allerlei stilstaande, niet te grote en vaak zure wateren. Grootste aantallen in vennen en hoogveen, lagere aantallen in laagveen en (duin)plassen.
WATERSNUFFEL
Familie: waterjuffers (Coenagrionidae)
Wanneer te zien: De larven overwinteren een, soms twee keer. Uitsluipen gebeurt gedurende een lange periode: begin mei tot en met april tot half september. In juni, juli en augustus worden de meeste verse imago’s gezien.
Waar te zien: Allerlei stilstaande watertypen met relatief veel open water. Hoogste dichtheden bij zure vennen en hoogvenen. Grote aantallen watersnuffels zijn hier een indicator voor verzuring. Bij voedsel- en vegetatierijke wateren zeldzamer, evenals bij zwak stromend water.