Vlinders zijn van zichzelf al heel erg mooi, als je ze in je tuin of in een natuurgebied ziet. Maar pas als je door een microscoop gaat kijken zie je hoe prachtig en vernuftig deze beestjes ook echt in elkaar zitten. Allemaal kleine schubjes en haartjes, prachtige facetogen… Met het blote oog niet zomaar te zien, maar van dichtbij gaat een wereld open van ongekende schoonheid.   

“Door middel van een fotografische reproductie kunnen details van de fraaiheid van vlindervleugels zichtbaar gemaakt worden die voor het blote oog verborgen blijven. We zien dan een verbazingwekkende rijkdom aan patronen, structuren en kleurschakeringen. Vlinders staan niet voor niets bekend als de juwelen van de natuur”. – Ab Baas

Om de details goed op de foto te krijgen zijn er verschillende technieken: macrofotografie (0,1 tot 2 keer ware grootte), ultramacrofotografie (2 tot 10 keer) en microfotografie (5 tot 100 keer). 

Vleugelschubben

De wetenschappelijke naam van vlinders, Lepidoptera, betekent ‘schubvleugeligen’. Een deel van de lichamen en de vleugels van vlinders en nachtvlinders zijn bedekt met schubben, deze zorgen voor hulp met vliegen, geluidsarm vliegen, waterafstotendheid en voor de kleur. De schubben kunnen allerlei vormen hebben, zoals haarvormig, ovaal/langwerpig of dakpanvormig.  

De schubben kunnen hun kleuren krijgen door melanine, die zwarte en bruine kleuren veroorzaken, maar de kleuren blauw, groen, rood en iridiserend worden meestal niet door pigmenten veroorzaakt maar door de microstructuur van de schubben (of ‘scales’).  

Detail van de vleugel van een distelvlinder. De vleugel is opgebouwd uit schubben van verschillende kleuren.

Vleugelschubben van groentje (Callophrys rubi)

Vleugelschubben van atalanta (Vanessa atalanta).

Foto van de schubben van een keizersmantel (Argynnis paphia).

Let op de verschillen in structuren.

Foto van schubben van de citroenvlinder (Gonepteryx rhamni)

Detailfoto van een vleugel van kleine vos (Aglais urticae)

Aan de randen van de vleugels van het groot avondrood (Deilephila elpenor) zijn extra lange harige schubben geplaats. Dit zorgt ervoor dat de vlinder minder goed te horen als hij vliegt. Essentieel om beter te kunnen ontkomen aan vleermuizen!

Details van de vleugel van de koperuil (Diachrysia chrysitis)

Microscoopfoto van een schub van een gestippelde houtvlinder (Zeuzera pyrina)

Hierboven is goed te zien hoe divers de schubvormen kunnen zijn en hoe ingenieus de schubben opgebouwd zijn. Op de microscoopfoto van een schub van de gestippelde houtvlinder zie je de structuur van een enkele schub. Op de detailfoto van de rand van de vleugel van het groot avondrood zie je dat de rand bestaat uit langere, meer harige schubben. Dit is één van de aanpassingen die vlinders hebben om beter – en ook stiller – te kunnen vliegen.  

Facetogen

Pas als je dichtbij gaat kijken, zie je dat ook de facetogen van vlinders heel speciaal zijn. Een facetoog bestaat uit soms wel dertigduizend deeloogjes. Alle deeloogjes samen vormen voor het insect het beeld van wat ze zien. Insecten kunnen met die facetoogjes bijna overal om hen heen zien, ook achter zich. Men vermoedt dat insecten met facetogen wat minder scherp zien dan wij, maar wel heel goed zijn in het ontdekken van bewegingen. Ze hebben ‘snellere’ ogen waardoor een beeldwisseling van 200 à 300 keer per seconde nog opvalt. Ook zien insecten UV licht, wat wij niet kunnen zien. Zie voor een uitgebreid verhaal deze pagina van Naturalis. 

Detailfoto van een oranje o-vlinder (Pyrhia umbra)

Facetoog oranjetipje (Anthocharis cardamines)

Detail citroenvlinder (Gonepteryx rhamni)

Haartjes  

Bij sommige vlinders lijken de schubben meer op beharing. Zo worden het wel hele bijzondere beesten van dichtbij. Zou u deze nog herkennen als vlinder

Detail haartjes van groot avondrood (Deilephila elpenor)

.

De kop van een eikenuiltje (Dryobotes eremita)

Detail van de kop een bonte worteluil (Agrotis vestigalis) met facetoog en antenne

Antennes

De antennes en palpen (tastzintuigen) van vlinders zijn prachtig in detail. De mannetjes van nachtvlinders hebben geveerde antennes, dagvlinders hebben kleine knopjes. Sommige soorten dagvlinders lijken maar 4 poten te hebben; de andere twee poten zijn kleiner en omgevormd tot palpen, waartussen de roltong opgerold wordt. De palpen van de dagpauwoog zie je mooi op de foto’s hieronder.  

Facetoog en antennen, najaarsspanner (Agriopis aurantiaria)

Antenne van mannetje van meriansborstel (Calliteara pudibunda)

Antennen van mannetje van gepluimde spanner (Colotois pennaria)

Foto van de antenne van een bosparelmoervlinder (Melitaea athalia)

Foto van de antenne van een keizersmantel (Argynnis paphia)

Op de detailfoto van de kop van de dagpauwoog (Aglais io) zijn de palpen en de roltong goed te zien

En nog wat prachtige details  

Wij krijgen er maar geen genoeg van… Hier nog wat details van prachtige vlinders. Voordat u met uw muis over de foto gaat, kijkt u eens of u kunt raden welke dag- of nachtvlinder dit is?  

Detailfoto van een vleugel van het landkaartje (Araschnia levana)

Detailfoto van een vleugel van een koninginnenpage  (Papilio machaon)

Vleugelrand van een heideblauwtje (Plebejus argus)

Detailfoto van een gamma-uil (Autographa gamma)

Detailfoto van de vleugel van een braamvlinder (Thyatira batis)

Detail van de vleugel van een grote parelmoervlinder (Speyeria aglaja)