Het Fochteloërveen is een hoogveengebied op de grens van Drenthe en Friesland, dat wordt beheerd door Natuurmonumenten. Het hoogveen is ontstaan onder invloed van regenwater en bestaat voornamelijk uit veenmosveen. Het gebied is erg waterrijk en daardoor een goed broedgebied voor vogels. Er komen dan ook veel bijzondere vogelsoorten voor, waaronder de zeldzame kraanvogel. Het voorkomen van drie slangensoorten, de adder, de ringslang en de gladde slang, maakt het gebied ook uniek voor West-Europa. 

In het Fochteloërveen heb je echt een verrekijker nodig om de vlinders en libellen goed te kunnen zien. Zover je kijkt zie je het veenpluis en het wollegras van het hoogveen; je waant je in een oneindig uitgestrekt natuurgebied waar je niemand anders zult tegenkomen. Geen huizen, geen wegen, alleen rust en stilte. Je kunt hier dwalen door het uitgestrekte landschap, maar gezien de natte begroeiing is het slimmer om op de paden te blijven. Voor je het weet moet je een schoen in het veen achterlaten. 

Op het gebied van vlinders staat het Fochteloërveen vooral bekend vanwege het voorkomen van het veenhooibeestje. Deze soort is in juni vanaf de wandelroute te zien. Hij komt verder in Nederland alleen nog voor in de boswachterijen in Midden-Drenthe en is dus erg zeldzaam. Het hoogveen is prachtig om te zien, maar denk bij een wandeling wel aan waterdichte schoenen, want de wandelroute kan soms drassig zijn.

Zeldzame vlinders in dit gebied

Het veenhooibeestje geeft de voorkeur aan moerassen, natte heiden, beekdalen, heidevennen en hoogveengebieden. De laatste jaren is deze vlinder erg zeldzaam geworden.

Foto: Henk Bosma

Het veenhooibeestje komt vooral voor in Drenthe, maar heeft ook een paar kleine populaties in Overijssel. Door aangepast beheer zijn de aantallen op sommige plaatsen wel weer toegenomen, lees hier meer over dit succes.  

De bruine vuurvlinder is in het westen en het zuiden van het land aan het verdwijnen en komt nu nog voor op de Veluwe en in het noordoosten.

Foto: Henk Bosma

Hij is daar te vinden in graslanden, hoogvenen, veenheiden en bermen. 

Het heideblauwtje kan plaatselijk soms in flinke aantallen voorkomen. Het is te vinden in natte tot vochtige heiden en hogere zandgronden in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland. 

Foto: Kars Veling

Bijzondere libellen in dit gebied

Het veengebied bevat heel veel water en is daarom een goede plek voor de noordse glazenmaker. De soort leeft als larve bij voorkeur in vennen en veenputjes met een zogenaamde veenmossoep. Het beheer van Natuurmonumenten in dit gebied is speciaal gericht op het in stand houden van dit veenmos, en de noordse glazenmaker profiteert hiervan.

De noordse glazenmaker is een soort voor de meer ervaren libellenkijker, omdat deze erg lijkt op de venglazenmaker, die je ook kunt tegenkomen in het Fochteloërveen. Hieronder worden nog enkele libellen genoemd die te zien zijn in dit gebied. Klik op de naam van een libel voor meer informatie, je komt dan op de soortpagina van libellennet. 

Andere libellen