Vliegtijd & gedrag
Half april-eind juli in één generatie. De vlinders zijn overdag soms op boomstammen, op muren of in de kruin van linden te vinden. Ze komen op licht, meestal vroeg in de nacht.
- Ga direct naar
- Levenscyclus
- Herkenning
- Foto's
- Habitat & Waardplanten
Verspreiding in Nederland
Trends
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd.De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben.Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld.De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar.Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Levenscyclus
Lindepijlstaart
Rups: juli-september. De rupsen worden soms waargenomen wanneer ze omlaag kruipen langs de stam van de waardplant, zoals bijvoorbeeld van stadslinden; soms worden op het trottoir daaronder platgetrapte exemplaren aangetroffen. De soort overwintert als pop in de grond, meestal in de buurt van de waardplant. Een enkele maal zijn poppen gevonden tussen opgehoopt bladmateriaal in de splitsing van takken en in nestkastjes.
Herkenning
Kenmerken vlinder
Voorvleugellengte: 23-39 mm. Kleur, vleugelvorm en vleugeltekening onderscheiden deze soort van vrijwel alle andere Nederlandse pijlstaarten. Het mannetje maakt doorgaans een groene indruk, het vrouwtje is meer oranjeroze getint; kleur en tekening kunnen echter variëren. De twee grote donkere olijfgroene of bruine vlekken midden op de voorvleugel zijn soms zo groot dat ze een band vormen; soms zijn ze sterk gereduceerd tot slechts één kleine vlek.
Kenmerken rups
Tot 60 mm; lichaam groen, fijn geelachtig wit gespikkeld, met op de flanken zeven gele schuine strepen; spiracula wit met rode rand; hoorn op het elfde segment geel en purperachtig rood met blauw uiteinde; het dertiende segment draagt een duidelijk ruw gekorreld, geel schildje met purperachtig bruine tekening; kop driehoekig, groen met witte strepen. Tegen de tijd van verpopping verkleurt de rups naar purperachtig bruin.
Gelijkende soorten vlinder
De teunisbloempijlstaart (Proserpinus proserpina) is kleiner, meer gedrongen en de achtervleugel is feller gekleurd. De middenband is bij deze soort minder grillig van vorm.
Gelijkende soorten rups
Populierenpijlstaart (Laothoe populi), pauwoogpijlstaart (Smerinthus ocellata) en glasvleugelpijlstaart (Hemaris fuciformis). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Foto's
Ei-afzet
Rups
Cocon
Vlinder
Museum
Verspreiding
Zeldzaamheid
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
België
Algemeen in het hele land, maar waargenomen in lage aantallen. De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Mondiaal
Europa met uitzondering van enige zuidelijke gebieden (zuidhelft van het Iberisch schiereiland, delen van Zuid-Italië, Zuid-Griekenland en de meeste eilanden van de Middellandse Zee; wel op Sicilië). Naar het noorden tot Midden-Engeland en Zuid-Scandinavië. Naar het oosten tot Siberië. Naar het zuiden tot de Kaukasus en de kusten van de Zwarte Zee.