Hoe gaat het met de nachtvlinders in Nederland? Gaat het op de kleigrond beter dan op zandgronden? Wat voor impact heeft stikstof en klimaatverandering op nachtvlinders?
Om dit soort vragen te kunnen beantwoorden, verzamelt De Vlinderstichting al sinds 2018 actuele informatie over de veranderingen in de nachtvlinderstand in Nederland. Op duizenden plekken in Nederland worden op gestandaardiseerde manier nachtvlinders gevangen en ingevoerd in het meetnet.

Hoe wordt er geteld?
De nachtvlinders worden geteld op een vaste plek met een nachtvlinderval. In principe kan het hele jaar door een val gezet worden waarbij een minimale minimumterperatuur van 5 graden celsius wordt aangehouden. De emmer wordt eens in de twee weken gezet.
Leeg de val voordat de zon erop komt te schijnen, het liefst zo vroeg mogelijk. Als de zon op de val komt dan warmen de vlinders op en vliegen weg bij het openen van de val.
Een meetpunt hoeft niet in een heel rijk nachtvlindergebied te liggen. Een locatie is geschikt zolang er ook nachtvlinders vliegen. Ook bijvoorbeeld een balkon kan geschikt zijn. Meetpunten vlakbij huis kunnen makkelijk gemonitord worden.
Waarom meten met een val?
Het tellen van nachtvlinders gebeurt via een nachtvlinderval. Dit is een goede manier omdat hiermee de gevangen nachtvlinders systematisch geteld kunnen worden. Alle omstandigheden tijdens het vangen (val-type, lampsoort, locatie, duur van het vangen) zijn steeds hetzelfde en bekend. De manier van het tellen van de vlinders is steeds hetzelfde waarbij het van belang is dat vlinders binnen en buiten de val apart geteld worden. Doordat je de vlinders altijd op dezelfde manier vangt, kunnen aantalsontwikkelingen van soorten over een langdurige periode goed worden bepaald.
Bij losse waarnemingen, bijvoorbeeld met laken en lamp, is de duur van het tellen en de manier waarop de vlinders geteld worden per teller en telling verschillend. Wanneer wel een val is gebruikt, maar niet via de gestandaardiseerde methode is geteld, is vaak niet duidelijk welke val en lamp zijn gebruikt, of de val de hele nacht heeft aangestaan en of de ingevoerde vlinders in de val of buiten de val zaten. Deze laatste gegevens zijn prima geschikt voor verspreidingsonderzoek, maar in mindere mate voor onderzoek naar aantalsontwikkelingen.
Lees meer over het Meetnet NachtvlindersHoe kan ik meedoen?
Heb je de handleiding doorgelezen en wil je regelmatig een val gaan zetten (liefst 1x per twee weken) en alle macro’s noteren in ons meetnet (micro’s mag ook)? Meld je dan aan voor het Meetnet Nachtvlinders met het formulier hieronder! Voor de trendberekeningen kunnen we zeker meer meetpunten gebruiken. Een meetpunt kan niet met een laken, alleen met een val die van zonsondergang tot zonsopgang staat.
Meetpunten in natuurgebieden zijn helemaal erg gewild. Neem dan wel eerst even contact op met de beheerder. Op verspreidingsatlas.nl is een handige kaart te vinden waar contactpersonen van veel natuurgebieden te vinden zijn.
Meld je hier aanHet belang van nachtvlinders
Nachtvlinders zijn een enorm belangrijke groep in ecosystemen. Ze zijn bijvoorbeeld als vlinder een bestuiver van bloemen, maar ook een belangrijke bron van voedsel voor vogels en vleermuizen. Verder is het broedsucces van veel vogels afhankelijk van de aanwezigheid van rupsen als voedsel. Rupsen zijn grazers en hebben een grote invloed op de vegetatie, maar we weten nog maar nauwelijks hoe belangrijk die invloed is. Nachtvlinders hebben dus een centrale plek in ecosystemen, het nauwkeurig volgen van hun aantalsveranderingen is dan ook erg belangrijk.
Zwarte herfstspinner
(Foto: Geert de Vries)
Sinds 2019 is het Landelijk Meetprogramma Nachtvlinders officieel onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Het Landelijk Meetprogramma bestaat uit twee onderdelen: aantalsmonitoring (het meetnet) en verspreiding (onderzoek). Het CBS controleert en analyseert de gegevens.
Lees meer over het Landelijk Meetprogramma
