Tussen 1890 en 2017 is het aantal dagvlinders met minstens 84% achteruitgegaan, waarbij 15 soorten zelfs helemaal uit Nederland zijn verdwenen. Dit blijkt uit een analyse van langetermijngegevens (tot 127 jaar terug) door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en De Vlinderstichting, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Biological Conservation.
“Vroeger zag je veel meer vlinders.” We kunnen ons nu al haast niet meer voorstellen hoeveel dat er moeten zijn geweest. Want het is waar: vroeger waren er echt veel meer.
Veranderingen op lange termijn
Vlinderwaarnemingen over de periode 1890-2017 werden geanalyseerd om de langetermijnverandering in het voorkomen van vlindersoorten in Nederland te bepalen. Voor 71 soorten was het mogelijk om betrouwbare historische trends te bepalen voor de periode vanaf 1890 tot 1990. Hierbij is rekening gehouden met veranderingen in ‘onderzoeksinspanning’, want het feit dat we tegenwoordig meer gegevens hebben dan nu, betekent niet dat er meer vlinders zijn.
Collecties, verslagen en dagboeken
Tegenwoordig verzamelen we waarnemingen van vlinders vooral digitaal, bijvoorbeeld via Telmee, Waarneming.nl of Tuintelling.nl. Dat was vroeger natuurlijk anders. De gegevens uit het verleden betreffen vooral waarnemingen uit in collecties verzamelde vlinders. Later kwamen er ook gegevens van excursieverslagen en dagboeken bij.
No other animal is more typical of a healthy environment, nor more suscepible to change, than a butterfly – Dr. J. Feltwel, 1986
Sinds 1990 worden waarnemingen systematisch verzameld binnen het Landelijk Meetprogramma Vlinders. Als het aantal getelde vlinders in de monitoringroutes wordt geanalyseerd, blijkt dat:
- er sinds 1990 een achteruitgang van 50% is;
- de trend in verspreiding voor alle soorten daalde sinds 1890 met 67%;
- een combinatie van de ‘oude’ verspreidingstrend en de ‘recente’ meetnettrend een geschatte totale daling oplevert van minimaal 84% over de periode 1890-2017.
Meer over het verzamelen van vlinderwaarnemingen

Waarom gaat het zo slecht met de vlinders?
Tegenwoordig zijn bloemenweides verdwenen, door ruilverkaveling en intensivering weggevaagd. Voedselplanten voor rupsen worden steeds schaarser. Veel geschikte plekjes hebben plaats moeten maken voor huizen, wegen, industrie en landbouw.
Barrières
Veel geschikte plekjes voor vlinders zijn ver uit elkaar komen te liggen. En dat is een probleem: de meeste vlinders kunnen namelijk niet ver vliegen. Een grote weg of een kanaal kan al een te grote hindernis vormen en de barrières voor vlinders worden steeds groter. Wanneer een vlindersoort ergens verdwijnt is de kans groot dat hij daar nooit meer terugkomt.
Graslandvlinders verdwijnen
In onze graslanden is de achteruitgang van biodiversiteit sterk. Niet alleen in Nederland, maar ook in Europa is dit het geval. Bloemen in het gras komen nauwelijks meer voor, onder invloed van hoge stikstofgiften en grootschalige ontwatering. Een bloemenrijkdom vergelijkbaar met vroeger wordt tegenwoordig alleen nog gevonden in natuurgebieden.
Toenemende variatie in bossen
De trend in verspreiding van bosvlinders nam af tot 1980 en stabiliseerde daarna. De recente uitbreiding van enkele zeldzame bosvlinders (boswitje, kleine ijsvogelvlinder, grote weerschijnvlinder en keizersmantel) geeft aan dat de habitatomstandigheden aan het verbeteren zijn. Dit wordt waarschijnlijk gestimuleerd door klimatologische opwarming in combinatie met weer toenemende variatie in de bossen.
Voor de vlinders van de heide gaat de achteruitgang nog steeds door. Versnippering en de te hoge stikstofbelasting zijn de belangrijkste oorzaken.

Rode Lijst dagvlinders
Op 3 maart 2019 heeft de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit de nieuwe Rode Lijst Dagvlinders vastgesteld. Volgens de Rode Lijst Dagvlinders 2019 zijn 15 soorten verdwenen uit Nederland, 12 ernstig bedreigd ,10 bedreigd, 7 kwetsbaar en 3 gevoelig. Slechts 29 soorten (38%) zijn niet bedreigd.
Bekijk de Rode Lijst